Na twee extreme hoogwaters in 1993 en 1995 zat de schrik er in het rivierengebied goed in. Duizenden hectares stroomden onder en op diverse plaatsen dreigden dijkdoorbraken. Grote delen van de Betuwe moesten worden geëvacueerd. Langs de Maas liepen dorpen en steden onder water. Als reactie ontstond het Deltaplan Grote Rivieren, met als onderdeel het uitvoeringsprogramma ‘Ruimte voor de Rivier’. Dat programma bracht een ommekeer in het denken over hoogwaterbescherming. Tot dan toe was de strategie steeds geweest om de dijken te verhogen. Maar juist bij deze twee hoogwaters bleken hoge dijken kwetsbaar en de gesuggereerde veiligheid bleek in werkelijkheid schijnveiligheid. In het programma Ruimte voor de Rivier zoekt men de oplossing nu in het verlagen en verbreden van het rivierbed, met bij extreme standen lagere waterstanden dan voorheen.
Het programma Ruimte voor de Rivier omvat in totaal 30 verschillende deelprojecten. Negen daarvan liggen langs de IJssel. Het project ‘Uiterwaardvergraving Scheller- en Oldenerwaarden’ bij Zwolle bestaat bijvoorbeeld in hoofdzaak uit het verlagen van de uiterwaarden, onder meer door het uitgraven van twee nevengeulen. Deze maatregelen zorgen voor 8 cm waterstandsverlaging tijdens extreme hoogwaters. Een ander project bij Kampen zorgt voor nog eens 41 cm waterstandsverlaging bij Zwolle. Door alle maatregelen samen kan er zo’n 1.000 m3 per seconde extra water door de IJssel.
De negen Ruimte voor de Rivier-projecten langs de IJssel zijn:
- Dijkverlegging en verdeelwerk Hondsbossche Pleij
- Dijkverlegging Cortenoever
- Dijkverlegging Voorsterklei
- Uiterwaardverlaging Bolwerksplas, Worp en Ossenwaard
- Uiterwaardvergraving Keizers-, Stobben- en Olsterwaarden
- Hoogwatergeul Veessen – Wapenveld
- Uiterwaardvergraving Scheller- en Oldener Buitenwaarden
- Dijkverlegging Westenholt
- Zomerbedverlaging IJssel bij Kampen en Bypass Kampen (Reevediep)