Rond 1950, vreesde men voor het uitbreken van een derde wereldoorlog en men wist het zeker: het gevaar kwam van de Russen, dus uit het Oosten. Geheel in lijn met eerdere waterlinies, ontstond het idee om de IJssel in te richten als weerstandslijn. De Bondsrepubliek was nog geen lid van de NAVO, dus de IJssel was de meest oostelijke grens waar een nieuwe waterlinie mogelijk was. Onder grote geheimhouding werd de linie ingericht. Bij Nijmegen (De Groenlanden) en Arnhem (Meinerswijk) werden caissons geplaatst, die in geval van nood in de Waal respectievelijk in de Neder-Rijn konden worden afgezonken. Er zou daardoor 9x zoveel water door de IJssel stromen. Op diverse plaatsen langs de IJssel zorgden speciaal gebouwde inlaatwerken dat grote delen van de IJsselvallei onder water zouden komen te staan. Dat zou de Russische troepen moeten vertragen, waardoor de op de Veluwe gelegerde troepen voldoende tijd zouden hebben om terug te slaan. Omdat de inundaties vermoedelijk toch te langzaam op gang zouden komen, werd in 1951 besloten om ook ten zuiden van Olst, in de Hengforderwaarden, een caisson te plaatsen. In vredestijd lag dit caisson hier in een speciaal gegraven haven.
Uiteraard werd het caisson zwaar bewaakt. Een eenheid van 1.200 man was in de nabijheid gelegerd, de meesten aan de oostkant. In het bos van De Haere werd een commandobunker ingericht, vlak daarnaast kwam een hospitaalbunker. Ook werden op veel plaatsen in de omgeving kazematten en luchtafweergeschut neergezet. Oude Shermantanks werden in beton gegoten en dienden de vijand over de weg tegen te houden. Om aanvallen over water af te weren (men verwachtte onder meer mijnen, onderzeeboten met explosieven, stuiterbommen) werden in de IJssel sterke netten geplaatst.
Het perspectief van de IJssellinie veranderde al in 1955. West-Duitsland werd alsnog lid van de NAVO en de hoofdweerstandslijn van dit militaire verbond werd nu op Duits grondgebied gelegd: eerst langs het Dortmund-Emskanaal, in 1961 langs de Weser en in 1966 zelfs langs de Elbe. De IJssellinie veranderde daardoor in een reservelinie. Al in 1963 werd de linie weer grotendeels ontmanteld, al zijn sporen ervan nog op diverse plaatsen zichtbaar. Pas in 1990 werd de geheimhouding opgeheven. Wat rest is één groot openluchtmonument op het landgoed De Haere van een angstige tijd die gelukkig voorbij (?) is.