De IJsseldelta, het gebied dat wordt omsloten door Zwolle, Hasselt, Genemuiden, IJsselmuiden en het Kampereiland, is in het rijks- en provinciaal beleid aangewezen als ‘Nationaal Landschap IJsseldelta’. Het beleid richt zich op het behoud en de versterking van de kernkwaliteiten van het gebied, waaronder wordt verstaan: de grote mate van openheid, de zeer oude rationele, geometrische verkaveling van de polder Mastenbroek en het reliëf in de vorm van huisterpen en kreekruggen van het voormalige eilandenrijk van het Kampereiland. Tijdens onze wandeling zullen we vooral de enorme openheid van het gebied ervaren.
Een blik op de kaart laat zien dat we hier inderdaad met een rivierdelta te maken hebben. Vanaf Kampen splitst(e) de IJssel zich in verschillende waterlopen. Twee ervan voeren nog daadwerkelijk IJsselwater af: het Keteldiep en het Kattendiep. Andere rivierlopen werden vaak al in een ver verleden afgedamd, zoals het Ganzendiep, het Noorddiep en het Rechtdiep. Zoveel verschillende mondingen zorgden voor teveel verzandingen, waardoor Kampen als havenstad onbereikbaar dreigde te worden.
Aan de andere kant van de dijk, in het Ketelmeer, ligt een eilandenarchipel van zand- en modderbanken, grote rietvelden en moerasbossen. Een deel van de eilandjes is aangelegd in 1997 en in 2002. Samen met het Vossenmeer (ten zuiden van het Keteldiep) is het Ketelmeer aangewezen als Vogelrichtlijngebied en is het een Natura 2000-gebied. Dat betekent dat het een gebied is van Europese betekenis voor de natuurbescherming en dat het dienovereenkomstig wordt beheerd. Het beheer is in eerste instantie gericht op geschikt biotoop voor moerasvogels als roerdomp, porseleinhoen en grote karekiet. Daarnaast maken in de winter enorme aantallen ganzen, eenden, aalscholvers en futen van het gebied gebruik om er te rusten en te foerageren. Ook wordt het Ketelmeer regelmatig bezocht door vis- en zeearenden.